Dank voor uw antwoord, dat wij van een aantal mensen ontvingen.
Het verheugt te vernemen dat u uw eed serieus neemt. In die eed is geen plaats voor fractiediscipline of coalitie belang, ook dat verheugt. Het versterkt het al in de eerste email in u uitgesproken vertrouwen.
Voor uw informatie citeer ik onderstaande passages uit https://ikdeburger.nl/spirituele-grondslag/:
‘Het zich zullen houden aan de reikwijdte van het mandaat en de goddelijke begrenzing van wat zij in die hoedanigheid mogen, daar hebben de houders van staatsmacht een dure eed op gezworen. Die eed is zowel juridisch als spiritueel verbindend en dient te worden gehouden en niet geschonden op straffe van het verlies van de gratie Gods, en dus het verlies van de eigen legitimatie als overheid. De goddelijke wet is de aloude Christelijke basis van en voor ieder rechtssysteem.
Niet voor niets wordt die basis steeds erkend.
“De erkenning van de menselijke waardigheid, gegrond op de goddelijke oorsprong van de mens, vormt de grondslag van het staatsbestel. […] Het wil hen, die aan de rechtsvorming deelnemen, herinneren, dat zij zich daarbij maar niet naar willekeur kunnen gedragen, maar aan zekere normen zijn onderworpen. Het biedt anderzijds een herinnering aan de burger, dat hij zich niet onder alle omstandigheden aan de wetten van de staat als aan het “recht” heeft te onderwerpen, maar dat er een maatstaf is, waaraan die wetten mogen worden gemeten.” [De aan de plenaire commissie voorgelegde tekst heeft tweeërlei zin: zij wil zijn een waarschuwing voor hen, die deelnemen aan de rechtsvorming, zich aan deze vaststaande normen te houden en anderzijds een herinnering voor de burgers, dat zij niet onder alle omstandigheden zich aan de staat behoeven te onderwerpen.]
Prof. Donner, Commissie-Van Schaik, Notulen Plenair, 21 januari 1952, voorstel van subcommissie IV om als preambule aan de Grondwet een bepaling toe te voegen luidende ‘Het staatsbestel van het Koninkrijk wordt gedragen door de erkenning van God als Schepper en hoogste Wetgever’
En nadien ook:
“De overheid ontleent alleen aan God haar gezag. De overheden zijn van God verordineerd en daarmee zal de overheid de normen voor het handelen moeten zoeken in de Bijbel, als het Woord van God, wanneer de overheid wil handelen ten goede van het volk. Als de mens de maat van alle dingen wordt, dan zal er een zeer wisselvallig overheidsbeleid uit voortkomen. […] In iedere wet komt dat gelukkig ook nog tot uitdrukking. In de aanhef van een wet lezen wij nog steeds: “Wij Juliana, Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden.”
Minister van Thijn, Verandering in de Grondwet van bepalingen inzake grondrechten, 1981, MvA
Hoogachtend,
ikdeburger.nl
Geachte XXX,
Hartelijk dank voor uw mail. De kern is mij duidelijk.
Toch vind ik het lastig om met uw mail goed om te gaan. Een wel vanwege twee punten. Als eerste, u vraagt mij om tegen de Grondwet in te gaan. Ik heb trouw gezworen aan de Grondwet. De Grondwet stelt dat ik zonder ‘last’ moet stemmen. Dat wil zeggen, ik moet tot een eigen oordeel komen.
Als tweede, stel je voor dat de wet wordt aangenomen dan geldt die wet ook voor u. Behalve als u emigreert. Bent u dat van plan? Naar welk land dan? Juist op basis van de Grondwet zeg ik dat die wet dan ook voor u geldt.
M vr gr
XXX